CDA lijsttrekker Sybrand Buma beweerde zondagavond tijdens het Carré-debat dat in onze ‘joods-christelijke samenleving’ gelijkheid tussen mannen en vrouwen al duizenden jaren bestaat. Telkens als een mannelijke politicus van middelbare leeftijd iets dergelijks beweert denk ik aan mijn oma Marie de Geus- van den Heuvel. Zij werd geboren in 1922 en groeide op in een boerengezin met 10 kinderen. Verder studeren na de huishoudschool was haar niet gegund en op veertienjarige leeftijd verhuisde zij naar Zaandam om daar tijdelijk als dienstmeisje aan de slag te gaan.
Buitengesloten

Mijn oma vertelde vaak over deze periode en dit was voor mij de reden om in 2006 mijn profielwerkstuk te schrijven over de positie van dienstmeisjes rond 1900. De meest opvallende conclusie uit mijn werkstuk was dat huishoudelijk personeel in die tijd stelselmatig buiten de nieuw aangenomen sociale wetten viel. Het argument dat de politici hiervoor destijds gebruikten was dat een dienstmeisje feitelijk deel uitmaakten van het gezin waar zij werkte. Overheidsbemoeienis op dit gebied was niet gewenst en vond men overbodig.
In de praktijk maakten de dienstbodes echter helemaal geen deel uit van het gezin. Zij woonden vaak intern, stonden 24 uur per dag klaar voor de familie en werden daarom ook wel aangeduid als ‘meisjes voor dag en nacht’. In 1919 werd de 8-urige werkdag voor fabrieksarbeiders ingesteld, maar huishoudelijk personeel was daarvan uitgesloten. De overwegend rijke Kamerleden hadden zelf meerdere dienstboden in dienst en zij wilden zichzelf niet in de vingers snijden. Kamerleden van allerlei allooi stonden dus niet objectief tegenover de zaak.
“Het probleem was ook dat een aantal vakbondsbestuurders en een aantal vooraanstaande mensen in de partij (S.D.A.P) in precies dezelfde positie zaten als andere werkgevers. Hun vrouw had ook een dienstbode, die het eten van meneer verzorgde als hij laat thuis kwam. (…) Ze zaten daar allemaal met in hun achterhoofd de werkgevers of werkgeefsters positie. Allemaal.”
– Een vrouwelijk bestuurslid van de vakbond
Vrouwendag
Uiteindelijk duurde het tot na de Tweede Wereldoorlog tot er uitgebreide wetgeving werd opgesteld ter bescherming van het huishoudelijk personeel. Op deze Internationale Vrouwendag is het goed om iedereen – en zeker bepaalde christelijke politici – eraan te herinneren hoe kort geleden het eigenlijk is dat vrouwen in de samenleving stelselmatig werden onderdrukt. Zeker nu de vrouwen die ons over de omstandigheden uit de eerste helft van de 20e eeuw kunnen vertellen beginnen weg te vallen. Ik mis mijn oma en haar verhalen nog elke dag.
P.S. Ben je geïnteresseerd in dit onderwerp? Lees dan het boek Altijd Roomboter van Nelleke Noordervliet over het leven van haar overgrootmoeder als dienstmeisje. Of lees het onderstaande profielwerkstuk over dit onderwerp van een 17-jarige geschiedenisnerd.
Deze website wordt steeds leuker!
Dank Connie!