Heb jij tijdens een etentje wel eens een gebraden zeehond of kommetje teelballenragout geserveerd gekregen? Voor onze vader des vaderlands – Prins Willem van Oranje – waren dergelijke gerechten vertrouwde kost. Begin dit jaar mocht ik via Museum Prinsenhof Delft als rondleider meewerken aan het speciale communityproject ‘Bord voor je Hof’. Door verhalen te vertellen over ‘dineren aan het hof van Willem van Oranje’ werden bewoners uit de wijk Hof van Delft met elkaar en het Prinsenhof in contact gebracht. Hieronder een kleine proeverij aan interessante weetjes over dineren aan het hof.
5000 calorieën

Willem van Oranje en zijn hofhouding verhuisden in 1572 naar het Prinsenhof. Het waren barre tijden voor de Prins, want om zijn legers te bekostigen verkocht hij al zijn gouden- en zilveren servies. Willem was een echte fijnproever, hield van haute cuisine, dus op het eten zelf weigerde hij te besparen. De hovelingen aten heel veel vlees, dagelijks tot zo’n 5000 calorieën. Groenten werden in deze tijd vaak geassocieerd met vasten en armoede en stonden daarom nauwelijks op het menu. Voor kinderen werd het eten van groenten tot midden zestiende eeuw zelfs ongezond geacht!
Als bord kreeg iedereen aan het begin van de maaltijd een plat stuk (rogge)brood. Na het diner werd dit brood – doordrenkt met sappen en vetten – vaak aan de armen werd gegeven. Iedereen nam zijn eigen lepel en mes mee: een foedraal. Toch at men liever met de handen. Deze gewoonte was wel aan een strenge etiquette gebonden, want de vingers mochten niet verder dan het eerste kootje in het gerecht verdwijnen.
2,23 liter wijn per dag
Hovelingen keken tijdens elke maaltijd vrij diep in het glaasje. Water drinken was uit den boze, vanwege de vervuiling. Een bekende uitspraak van Willem van Oranje is “de ne boyr trop d’eau car on s’en nuge”. Dat betekent “niet te veel water drinken, want daarvan wordt men moe”. Om deze reden dronk men (ook kinderen!) voornamelijk rode wijn of bier. Voor een volwassene was een gemiddelde wijnconsumptie van 2,23 liter per dag vrij normaal.
Tijdens speciale gelegenheden werd helemaal flink uitgepakt. In het Koninklijk Huisarchief zijn de bestellijsten voor het doopfeest van een dochter van Willem van Oranje te vinden. Wat dacht je van: 48 lamsbouten, 26 roerdompen, 101 trapganzen, 3 reigers, 15 zwanen, 18 pauwen, 1 hert, 51 houtsnippen, 163 patrijzen, 6 hazen, 60 konijnen, 362 plevieren, 198 wintertalingen, 26 kalkoense hennen, 35 fazanten, 6 korhoenen, 200 kippen, 92 kapoenen, 74 eenden, 4 kalveren, 1100 rivierkreeften, 33 forellen, 50 forellenpasteien, 8 forellen in roomsaus, 89 gerookte tongen, 11 Mainzer- en 33 Westfaalse hammen.

Al met al was het ontzettend leuk om mij in dit onderwerp te verdiepen en deel uit te maken van “Bord voor je Hof”. Het kan voor musea soms lastig zijn om de lokale bewoners binnen te krijgen. Projecten zoals “Bord voor je Hof” zorgen ervoor dat dit juist wel lukt. Op 19 maart was ik aanwezig bij de afsluitingsbijeenkomst van dit project. Het was druk, de zaal vol met mensen die nog nooit in het museum waren geweest. De bewoners hebben samen met een kunstenaar een prachtig wijkservies ontworpen. Dit valt tot eind april te bewonderen in een zaal van het Prinsenhof.
Met dank aan Museum Prinsenhof Delft en Bord voor je Hof.