Een andere kijk op Noord-Korea

Hadden jullie vroeger ook een View-Master? Mijn collectie dia’s beperkte zich jammer genoeg tot slechts één wit schijfje met als overkoepelend thema: ansichtkaarten van Europese hoofdsteden uit de jaren zestig. Terwijl ik bij vriendinnetjes enthousiast digitale eenden afknalde in het Nintendo spel Zombie Duck Hunt, waren dergelijke elektronische fenomenen bij mij thuis louter toekomstmuziek. Nee, ik had mijn View-Master en kon op die manier heel eventjes naar een andere tijd en plaats afreizen.

Afgelopen vrijdag had ik na vele jaren weer een soort View-Master ervaring tijdens een bezoek aan Huis Marseille. In dit – relatief onbekende – fotomuseum in Amsterdam is tot 4 maart 2018 de tentoonstelling ‘Setting the Stage’ te zien. Fotograaf Eddo Hartmann reisde tussen 2014 en 2017 meerdere malen naar Noord-Korea om het leven aldaar vast te leggen.

Straatarm

In Pyongyang heeft de tijd sinds de jaren vijftig bijna stilgestaan. Overal in de stad vind je typische strakke Oostblok architectuur gedecoreerd met propagandistische portretten van de grote roergangers. De straten zijn ontworpen om parades van tanks en raketten te accommoderen, maar in de praktijk rijden er in de hoofdstad – behalve wat oude en gebutste bussen – nauwelijks gemotoriseerde voertuigen. De straatarme bevolking van Pyongyang lijdt honger en heeft al helemaal geen geld om een auto te bekostigen.

Tijdens zijn reizen werd Hartmann nogal beperkt in zijn doen en laten. Zo stond hij voortdurend onder ‘begeleiding’ van meerdere overheidsfunctionarissen die minutieus voorschreven wat er wel en niet vastgelegd mocht worden. Communiceren met de ‘gewone Noord-Koreaan’ was nagenoeg onmogelijk door de grote taalbarrière: bijna niemand spreekt Engels. In het onderstaande interview met Wilfried de Jong beschrijft Eddo Hartmann hoe het was om in een dictatuur zijn kunst te beoefenen.

 

Nieuwerwetsche fratsen

Aangekomen op de bovenste verdieping van Huis Marseille (het was een hele klim, het grachtenpand bestaat uit 7 (!) verdiepingen) bekeek ik een serie foto’s van het metrostelsel in Pyongyang. In het midden van de zaal lag een Virtual Reality bril en koptelefoon. Nieuwsgierigheid won het al snel van mijn aversie tegen dergelijke nieuwerwetsche fratsen en ik zette de bril op mijn neus. Zo heb ik ongeveer tien minuten rondgelopen tussen Noord-Koreaanse studenten, huisvrouwen en forenzen en waande ik mij eventjes in een andere wereld. Fantastisch!

Door de beperkingen van de censors is het Hartmann niet helemaal gelukt om aan de stereotype beelden van Noord-Korea te ontkomen. Wel geeft zijn tentoonstelling inzicht in de vraag hoe het is om in een dictatuur te leven. Stiekem zou ik dolgraag wel eens naar Noord-Korea willen reizen om deze bizarre plek zelf te kunnen ervaren. Helaas kan dit moreel gezien niet helemaal door de beugel. Wordt het toch tijd om het stof van mijn View-Master af te blazen (of een VR bril aan te schaffen).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *