Musicalfilms en de ‘suspension of disbelief’

Er zijn bepaalde onderwerpen die je – wil je enigszins serieus genomen worden in de blogosfeer – beter kunt vermijden. Een openbare liefdesverklaring aan het fenomeen ‘de musicalfilm’ hoort daar mijns inziens zeker bij. Nou, pech gehad blogosfeer. Ik ben namelijk gek op musicalfilms, vooral uit de hoogtijdagen van Hollywood in jaren veertig, vijftig en zestig. Denk aan The Wizard of Oz (1939), Meet Me in St. Louis (1944), An American in Paris (1951) en My Fair Lady (1964).

Waar komt die animositeit jegens musicalfilms toch vandaan? Vaak heeft men denk ik moeite met het feit dat personages uit dergelijke films zomaar spontaan op straat beginnen te dansen of zingen (op muziek die nergens specifiek vandaan lijkt te komen). In sommige films proberen de filmmakers deze vreemde combinatie toch enigszins realistisch in het verhaal te verwerken. Zo – hoopten zij – toch te zorgen voor een tijdelijke suspension of disbelief bij de toeschouwers. Laten we een blik werpen op een echte klassieker: Singing in the Rain uit 1952.

Singing’ in the Rain

Gene Kelly is Singin’ in the Rain

De film Singin’ in the Rain speelt zich af in 1927 en gaat over Don Lockwood (Gene Kelly) en Lina Lamont, twee sterren uit het tijdperk van de stomme film. De studiobazen besluiten het koppel een geluidsfilm te laten opnemen, maar bij de preview blijkt de stem en het New Yorkse accent van Lina Lamont niet om aan te horen. Een goede vriend van Don oppert het idee om de film om te vormen tot een musical en Lina’s stem in te laten spreken door Kathy (een piepjonge Debbie Reynolds), het vriendinnetje van Don. Then chaos ensues…

Het grote voordeel dat Singing in the Rain heeft boven andere musicalfilms is de setting in Hollywood. In Los Angeles zijn er sowieso veel audities, optredens en feestjes en dat maakt dat de ‘spontane’ musicalnummers veel minder uit de toon vallen dan bij andere films. Ook de recente film La La Land (2016) probeert op deze manier de musicalnummers binnen het verhaal te legitimeren, maar slaagt hier minder goed in. Dit komt door de enorme verschillen in kwaliteit van zang en dans tussen de twee films. Ryan Gosling en Emma Stone doen hun best, maar komen nooit in de buurt van de prestaties van Gene Kelly en Debbie Reynolds.

Goodmornin’

Don en Lina en hun (non) verbale communicatie

Singing in the Rain is wat mij betreft de beste musicalfilm ooit gemaakt. De film is vooral ook heel erg grappig. Neem de scene waarin een stomme film wordt opgenomen tussen Don Lockwood en Lina Lamont. Met hun lichaamstaal spelen ze een romantische scene waarbij ze elkaar non-verbaal de liefde verklaren, maar tegelijkertijd horen we hen verbaal flink ruzie maken. Mijn lievelingsnummers zijn Make ´Em Laugh en Goodmornin´. Kijk ze nou tapdansen! Als je hier niet vrolijk van wordt weet ik het ook niet meer. Bewaar de film voor een regenachtige dag, en voor je het weet ben je zelf aan het zingen in de regen.

Ben je het met me eens of ligt jouw hart bij een andere musical? Laat het me weten door hieronder een reactie achter te laten. Of lees de onderstaande filmanalyse die ik in 2009 schreef voor een college ‘dramatische media.

 

2 reacties Voeg de jouwe toe

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *